woensdag 14 augustus 2019

Waarom de financiering sneller moet verlopen dan de verloop van waarde

Weet de courantheid van een object op waarde te schatten

Of iemand nu van plan is werkmaterieel, een huis of een studie te financieren, het uiteindelijke doel blijft hetzelfde: de financiering moet aan het einde van de financieringstermijn iets opleveren. In hoeverre is deze persoon er beter van geworden en kan hij of zij terugkijken op een investering die daadwerkelijk rendement heeft opgeleverd?

In termen van leasing kunnen we stellen dat een geleased object courant moet zijn.

In groten getale

Van het ene object is een stuk eenvoudiger vast te stellen of het wel of niet courant is. Dat heeft te maken met het voorspelbare waardeverloop van dat object. Vanwege de grote aantallen waarin ze op de weg aanwezig zijn, is over het waardeverloop van vrachtwagens en auto’s veel bekend. Dat geldt ook voor werkmateriaal zoals tractoren, graafmachines en heftrucks. Het zijn courante objecten.

Van meer specifieke objecten is het lastiger het waardeverloop vooraf te bepalen. Daar moet een financier dan ook voorzichtig in zijn. Over het algemeen is het waardeverloop bij agrarisch- en grondverzetmateriaal vrij gunstig. Dat maakt het risico voor een leasemaatschappij minder groot.

In verhouding

Hebben we het over de aanschaf van een auto, dan is het waardeverloop minder gunstig dan het verloop van een tractor of graafmachine. Komt het object vervroegd terug uit de lease, wat zijn dan nog de mogelijkheden op de markt om het tegen een redelijke prijs te verkopen? De looptijd van een leasecontract moet daarom altijd in verhouding staan tot de economische en technische levensduur van een object.

Vanwege courantheid van een te leasen object kan dus een restwaarde of een slottermijn in het leasecontract komen. In het geval van een courant object kan de restwaarde hoger worden ingeschat, wat leidt tot een lagere maandtermijn gedurende het leasetraject. Financiers houden met een snel waardeverloop rekening in het leasecontract. Dat doen ze ook vanuit gebruikersoogpunt. Doen ze dat niet, dan zit de eigenaar van het object aan het einde van de leasetermijn met een object dat weliswaar zijn eigendom is, maar waarbij het bedrag waarvoor is geleased overeenkomt met de marktwaarde. Er is wel gefinancierd, maar aan het einde van het contract is geen waarde opgebouwd.

Maak het bespreekbaar

Afhankelijk van het soort object en het verwachte gebruik daarvan, is het voor de eigenaar altijd verstandig de financiering sneller te laten verlopen dan het waardeverloop dat in de markt plaatsvindt. Bespreek met de toekomstig eigenaar hoe hij aan de gunstige kant komt te zitten en waarde opbouwt. Alleen op die manier houdt hij aan het einde van de rit waarde over.

Overigens geldt dit alleen bij operationele lease. Is sprake van een financiele lease, dan is de koper aan het begin van het contract al economisch eigenaar en is hij verplicht aan het eind de eventuele slottermijn te voldoen. In dat geval is het sowieso niet gunstig om een te hoge slottermijn te hanteren, los van de vraag of het lukt om die aan het eind wel of niet te kunnen betalen.

Veilig

Een financier zal altijd de restwaarde in de lease lager inschatten dan de verwachte marktwaarde. Is een machine na vijf jaar veertig procent waard? Dan gaat hij aan de veilige kant zitten van bijvoorbeeld twintig procent.

Anticipeer en schat het verloop uit financieringsoogpunt voorzichtig in. Check daarom de leasebaarheid van een object en de mogelijkheden wat betreft looptijden, de restwaarde en de slottermijn. Heb je daar twijfels over? Raadpleeg dan ons kantoor, we duiken graag met je in de cijfers.

© 2024 Mentoor B.V.  |  Privacy  |  Ontwerp door Ovii Ontwerp  |  Realisatie door Fit2Page